Bruxelles Port de Mer - ASBL
Vereniging van ondernemers en bewoners van de vismarkt en St. Katelijne (stcath)
Geschiedenis
Vanwaar de naam ‘Vismet’? Na de bouw van de Hallen op de plaats van de oude vismarkt (Hallenstraat) blijkt de geur van vis moeilijk te rijmen met de andere handelsactiviteiten in deze hallen. Daarom verhuist de vismarkt van 1884 tot 1955 naar de eerste helft van het Koopliedendok dat gedempt werd. Vandaar dat we deze plek vandaag ook als de ‘vismarkt’ kennen. De stad heeft een bijzonder rijke geschiedenis, maar deze is vaak moeilijk te volgen door het syndroom van de verplaatste monumenten. Welk syndroom? In Brussel hebben grote werkzaamheden (maar al te) vaak het oude patrimonium verstoord. Het erfgoed ging daarom niet altijd verloren. Het werd gewoon ergens anders neergeplant.
Op het einde van de Vismarkt staat bijvoorbeeld de fontein ter ere van burgemeester Jules Anspach, die vroeger op het De Brouckèreplein stond. De fontein moet in 1973 namelijk plaats ruimen voor de bouw van de metro en krijgt hier in 1981 een nieuw onderkomen. Maar de fontein is te zwaar, want ook hier zou er een metro komen. Daarom wordt de grote massieve sokkel in steen achterwege gelaten. Ook de Sint-Katelijnekerk aan de andere kant van de Vismarkt is zo'n voorbeeld: ze vervangt de oorspronkelijke kerk, die vroeger iets verder in de gelijknamige straat stond.
Al deze monumenten zijn authentiek, maar geen enkel staat nog op zijn originele plaats. De enige uitzonderingen zijn de twee torens voor en achter de nieuwe kerk: de toren van de oude kerk en de zwarte toren, een restant van de 13e-eeuwse stadsomwalling. Het ontwerp van de nieuwe Sint-Katelijnekerk is van de hand van architect Joseph Poelaert, die ook het Justitiepaleis tekende, toen hij nog voor de stad werkte. Deze kerk is het resultaat van een verbluffend ‘Belgisch compromis’. Ondanks de gotische verhoudingen – op vraag van de katholieke instanties – distantieert de algemene architecturale taal van het gebouw zich hier volledig van, zodat het voldoet aan de verwachtingen van de liberale autoriteiten van de stad.
Maak kennis met St. Cath
Hieronder kunt u een wandelroute vinden die de geschiedenis van de wijk vertelt aan de hand van oude schilderijen en foto's. Veel wandelplezier en drink na afloop iets op één van de vele terrasjes in onze buurt!
Deze tekening hangt op de eerste verdieping van het Broodhuis, het Museum van de Stad Brussel, op de Grote Markt. Ze toont de grote kraan die ten noorden van het Sint-Katelijnedok, nabij de zwarte toren, stond. Het was een vernuftig systeem: meerdere personen brachten al stappend op de treden de twee gigantische wielen in beweging en dreven zo de lier aan. Schepen met een heel zware lading, zoals maalstenen of tonnen wijn, waren verplicht tot het einde van het Sint-Katelijnedok te varen, want dit was de enige plaats waar ze gelost konden worden.
Ontmanteling van de zwarte toren
Van de eerste vestingmuur, die van het begin van de 13 eeuw dateert, zijn veel meer sporen overgebleven dan van de tweede, die halverwege de 14e eeuw werd gebouwd. Deze laatste werd immers op systematische wijze ontmanteld op bevel van Napoleon. Het enige grote overblijfsel is de Hallepoort. De eerste vestingmuur werd op veel plaatsen in de tweede ingewerkt. Zo werd op het einde van de 19e eeuw een volledige toren achter de Sint-Katelijnekerk ontmanteld. Dankzij burgemeester Charles Buls werd de toren gered en gerestaureerd. Sinds een nieuwe restauratie op het einde van de 20e eeuw oogt de toren eerder wit, maar het zal vast niet lang duren voor hij zijn zwarte patina terugkrijgt.
In tegenstelling tot nonnen weigeren de begijnen de gelofte van armoede af te leggen. Bovendien gooien ze hun geloften van kuisheid en gehoorzaamheid overboord. De mannelijke clerus volgt de stappen van deze onafhankelijke vrouwen met argwaan en overal in Europa worden ze vervolgd. Maar in onze sterk verstedelijkte streken heeft deze typisch stedelijke beweging zulke proporties aangenomen, dat ze niet meer te stoppen is. Halverwege de 13e eeuw aanvaarden de politieke en religieuze overheden dat de begijnen blijven bestaan, op voorwaarde dat ze in een begijnhof wonen. Het Groot Begijnhof in Brussel en in Mechelen zijn de grootste begijnengemeenschappen.
Braun en Hogenberg
De panoramakaart van de etser Hogenberg voor de atlas van kanunnik Braun dateert van 1576. Dit uitzonderlijke document toont ons de stad vanuit een west-oostperspectief. Op dit fragment zien we niet alleen het Groot Begijnhof, maar ook het Kanaal van Willebroek en zijn dokken, die 15 jaar eerder werden uitgevoerd.
Het Sint-Katelijnedok was het eerste dok dat werd gedempt. Dit gebeurde halverwege de 19e eeuw. De nieuwe Sint-Katelijnekerk werd tussen 1854 en 1874 opgetrokken op de plaats van dit dok. De eerste architect en werfverantwoordelijke is Joseph Poelaert. Vanaf 1861 legt hij zich volledig toe op de uitvoering van het Justitiepaleis en neemt Wynand Janssens het vaandel van de bouwwerken aan de Sint-Katelijnekerk over.
Dit is een foto van de westelijke zijde van de Baksteenkaai. In het midden van dit deel van de kaai zien we de toegang tot het Land van Luikstraatje. Op de voorgrond bakent een balustrade het gedempte deel van het dok af, waar de Vismarkt werd aangelegd.
Deze foto uit 1908 is de tegenhanger van foto nr. 3. We zien hier niet de Brandhoutkaai (zoals het bijschrift luidt), maar wel de daartegenover gelegen Baksteenkaai. Op de voorgrond prijkt het deel van het Koopliedendok, dat hier nog niet gedempt is. Daarachter zien we de Vismarkt en de Sint-Katelijnekerk, uitgevoerd op de plaats van de eerste gedempte dokken.
Het grote smeedijzeren wiel, dat de draaibrug op het einde van het Koopliedendok aandreef, raakte tijdens de demping van de dokken bedolven. Tijdens de aanleg van de metro en de herinstallatie van de fontein ter ere van burgemeester Anspach stuitte men opnieuw op het wiel. Op de achtergrond ziet u de gelijkvloerse verdieping van Le Cheval Marin, op het einde van de Baksteenkaai, en rechts de Varkensmarkt. Het wiel kon daar onmogelijk blijven en verhuisde dus naar zijn huidige locatie.
Op deze foto is niet de Baksteenkaai te zien (zoals het bijschrift luidt), maar wel de daartegenover gelegen Brandhoutkaai. De buitenzijde van het gebouw op de hoek van de Grootgodshuisstraat is sindsdien niet meer veranderd. Op de voorgrond zien we een draaibrug met daarachter de Vismarkt en de Sint-Katelijnekerk, gebouwd op de plaats van de eerste gedempte dokken.
Het Koopliedendok, de Vismarkt en de Sint-Katelijnekerk
Op de voorgrond van deze overzichtsfoto zien we het Schuitendok, door een draaibrug gescheiden van het oostelijke deel van het Koopliedendok, dat hier nog niet gedempt is. Achteraan zien we de Vismarkt, op de plaats van het westelijke deel van het al gedempte Koopliedendok, en de nieuwe Sint-Katelijnekerk. Vandaag ziet de toegang tot de Grootgodshuisstraat (links) er nog altijd uit zoals in die tijd en Le Cheval Marin (rechts) heeft zijn luister van weleer teruggekregen. Op de foto zien we op de voorgrond de Schuitenkaai, bedolven onder bouwmaterialen die er zijn gelost.
Dit schilderij van François-Antoine Bossuet hangt in het stadhuis. Het schilderij zelf dateert van 1888, maar beeldt een stadsgezicht uit een vroegere periode af. Het gebouw rechts, Le Cheval Marin (‘Het Zeepaard), is van 1680. Na de afbraak werd het pand helemaal op het einde van de 19e eeuw heropgebouwd onder leiding van burgemeester Charles Buls. Het charmante gebouw links is het Veerhuis, waar de passagiers hun ticket voor de boot kochten. Het verdween al in 1830 uit het stadslandschap.
De Varkensmarkt aan de kant van Le Cheval Marin
Op deze foto is Le Cheval Marin te zien zoals het oorspronkelijk in 1680 werd gebouwd. Het huidige gebouw, dat onlangs prachtig werd gerestaureerd, is een kopie van het origineel. Na de afbraak werd het pand helemaal op het einde van de 19e eeuw heropgebouwd onder leiding van burgemeester Charles Buls. Achteraan op de foto zien we dat de Léon Lepagestraat nog niet bestond en dat de Varkensmarkt naar het Papenvest leidde.
Deze aquarel van Jacques Carabain uit 1897 toont de toegang tot het Papenvest, na het kruispunt met de Vlaanderenstraat.
Deze aquarel van Jacques Carabain dateert van 1897 en toont het Land van Luikstraatje met de oude Sint-Rochuskapel. Zoals u kunt vaststellen, werd deze kapel weggenomen en op een andere plaats heropgebouwd.
Na de demping van het Sint-Katelijnedok werd van 1882 tot 1884 ook de oostelijke zijde van het Koopliedendok gedempt met het oog op de aanleg van een nieuwe Vismarkt. Rechts zien we de Brandhoutkaai, links de Baksteenkaai.
Deze aquarel van Jacques Carabain dateert van 1897. Ze toont de Zeehondstraat, gezien vanaf de Vlaanderenstraat in de richting van de Baksteenkaai. Op de achtergrond zien we de zijgevels van de Vismarkt en in het midden, aan de rechterkant van de straat, de oude Sint-Rochuskapel.
De Zeehondstraat
Deze oude foto bevestigt dat Jacques Carabain zijn aquarel van de Zeehondstraat (zie nr. 22) met fotografische precisie schilderde.
Op het einde van het ancien régime bevond de Vismarkt zich op de voormalige haven aan de Zenne, ter hoogte van de huidige Hallestraat. De markt werd in 1825-1826 vernieuwd, maar verdween bij de overwelving van de Zenne. Vervolgens werden op dezelfde plaats de Hallen van Brussel gebouwd, waarin de Vismarkt geïntegreerd werd. De andere kooplieden in de Hallen vonden de aanwezigheid van de vishandel echter storend. Daarom werd deze in 1872 tijdelijk naar de Oude Graanmarkt overgebracht. Uiteindelijk werd de oostelijke helft van het Koopliedendok gedempt om er een nieuwe Vismarkt aan te leggen. De bouw duurde van 1882 tot 1884. De vishandelaars zouden er tot in 1955 hun vaste stek hebben.
De Vismarkt: Brandhoutkaai 49, 1000 Brussel
Op deze foto zien we de Vismarkt vanuit de hoogte en van het oosten naar het westen. De fotograaf staat met zijn rug naar de nieuwe Sint-Katelijnekerk, gebouwd op de plaats van het gedempte Sint-Katelijnedok. Achteraan ligt de helft van het Koopliedendok, dat hier nog niet is gedempt, rechts de Brandhoutkaai en links de Baksteenkaai.
Binnenzicht van de Vismarkt
Het oude scheldwoord ‘viswijf’ (vaak synoniem voor heks, teef, koe, kreng, feeks, manwijf, helleveeg of loeder) bewijst dat in die tijd zowel de vrouwen als de mannen werkten. De visverkoopsters hadden niet bepaald een goede reputatie. Hier zien we ze aan het werk op de vismarkt, die hier van 1884 tot 1955 plaatsvond.
Dit schilderij van François Stroobant dateert van 1886 en hangt in het kabinet van de burgemeester in het stadhuis. Het toont de grote kraan (links), de toren van de oude Sint-Katelijnekerk (in het midden) en de Oude Graanmarkt (achteraan). Het huis op de hoek van de Sint-Katelijnestraat en de Oude Graanmarkt bestaat nog altijd, hoewel de gelijkvloerse verdieping haar oorspronkelijke uitzicht heeft verloren. We zien er ook het Sint-Katelijnedok, dat later zou verdwijnen om plaats te maken voor de nieuwe Sint-Katelijnekerk.
Dit schilderij van Henri Lallemand uit 1839 maakt deel uit van de collecties van de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België en hangt in de Regentschapsstraat. De schilder stond op de Oude Graanmarkt met zijn blik naar het noorden gericht. Links ligt het Sint-Katelijnedok en achteraan staat de grote kraan. In het midden staat de toren, die tegen het koor van de oude Sint-Katelijnekerk werd aangebouwd. Rechts, in de Sint-Katelijnestraat, zien we de voorgevel van de oude kerk. Bij de bouw van de nieuwe kerk op het gedempte Sint-Katelijnedok werd geen nieuwe toren gebouwd, maar werd de bestaande behouden.
Deze schitterende gravure toont het klooster van Jericho of klooster van de Witte Zusters halverwege de 17e eeuw. Het plein met bomen voor de gevels onderaan op de tekening is de Oude Graanmarkt. Helemaal rechts is de hoek met de Vlaanderenstraat. De twee huizen net voor de hoek bestaan nog altijd. Vandaag zijn er een krantenwinkel en een restaurant in ondergebracht. De grote boomgaard en de Franse tuin in het midden van de gravure worden vandaag doorkruist door de Dansaertstraat.
Rechts staat de toren van de oude kerk, waarvan de voorgevel op de Sint-Katelijnekerk uitkeek. Daarachter staat de nieuwe toren, die in de 17e eeuw tegen het koor van de oude kerk werd aangebouwd. Links achteraan zien we het dak van de nieuwe kerk uit de 19e eeuw, die op de plaats van het gedempte Sint-Katelijnedok werd gebouwd. Omdat de nieuwe toren van de 17e eeuw nog in goede staat was toen de nieuwe kerk in de 19e eeuw werd gebouwd, werd hij bewaard, zodat het niet nodig was nog eens een nieuwe toren te bouwen. Deze toren doet vandaag nog altijd dienst.
Na de bouw van de nieuwe Sint-Katelijnekerk wordt het plein voor de kerk een van de emblematische plekken van het Brussel van de 19e eeuw. Na de Grote Markt, het Beursplein en het De Brouckèreplein, is dit wellicht een van de meest gefotografeerde en geschilderde plaatsen van die periode.
De markt van het Sint-Katelijneplein
De markt van het Sint-Katelijneplein is misschien niet meer zo uitgebreid en pittoresk als vroeger, maar de terrassen die vandaag een deel van het plein innemen, hebben zeker ook hun charme.